Blik op de toekomst van tennis

Blik op de toekomst van tennis

Een teamsamenstelling is goud waard

Richard Krajicek draait al zo’n dertig jaar mee in de top van de tennissport. Eerst als speler, met als hoogtepunt zijn winst op Wimbledon. En de afgelopen twintig jaar als directeur van ABN AMRO Open. Hij nam ons mee in de dilemma’s en uitdagingen bij het samenstellen van een aantrekkelijk spelersveld voor ‘zijn’ tennistoernooi en de wijze waarop het toernooi toekomstbestendig blijft.

Als oud-speler is Richard ervaringsdeskundige. Hij behoort tot de enkele spelers in Nederland die weten hoe het voelt als je op het punt staat een belangrijke finale in te gaan. Welke invloed de directe omgeving, de baan en de bal hebben op het spel. En hij weet hoe het is om te winnen en om te verliezen. Die ervaring was mede de reden dat hij werd gevraagd als toernooidirecteur, direct nadat hij stopte als professioneel tennisser. Want de speler, daar draait het om in het tennis. “Je wil grote namen op de posters zien”, zegt Richard. “Dus een belangrijke taak van mij werd om spelers vast te leggen en de relaties te onderhouden.”

Leren van F1

Richard is hét gezicht van het ABN AMRO toernooi en vertegenwoordigt het toernooi naar de media. “Ik had geen ervaring als directeur, maar ik werd wel al mijn leven lang geïnterviewd en ik kende de ATP. Het toernooi bestond ook al flink wat jaren; er lag een uitdaging om dit verder uit te bouwen”, zegt Richard, die aangeeft te zijn gegroeid in zijn rol. “Vroeger moest ik mezelf dwingen tot gezellige praatjes met stakeholders. Ik merk dat ik wat socialer en spontaner ben geworden.” Het succes van het toernooi heeft hij naar eigen zeggen te danken aan zijn team. Jolanda Jansen, als directeur van Ahoy Rotterdam eindverantwoordelijk voor het toernooi, brengt hierin ook veel. “Zij heeft vanzelfsprekend veel ervaring met eventorganisatie en speelt een belangrijke rol bij het organiseren van een totaalbeleving, in plaats van alleen een sportwedstrijd. En inspiratie halen van buiten gebeurt onder andere via onze PR- en marketingman die ook betrokken is bij de Formule 1 in Zandvoort. Daar hebben ze ook te maken met vergroening, fans en ticketing tijdens coronatijd, waar wij weer van leren. Zo’n teamsamenstelling is goud waard. Iedereen kent z’n kracht, dompelt zich onder in zijn vak en inspireert de rest.”

Teamprestatie

In zijn eerste jaren als directeur had Richard meer moeite met het benutten van zijn kwaliteiten. “Ik bemoeide me overal mee en dat kostte energie. Totdat een vriend tegen me zei: ‘Doe nooit iets wat een ander beter kan.’ Daarvan heb ik geleerd dat ik overal een mening over kan hebben, maar dat ik de uitvoering vervolgens over moet laten aan mensen die van dat specifieke onderdeel meer verstand hebben. Ik treed op de voorgrond. Het publiek, spelers en managers weten mij te vinden als er iets is. Maar alles wat op de achtergrond geregeld moet worden, pakt de operationeel manager op en dan weet ik ook dat het goed komt. Zo kan je op elkaar bouwen. Het is een teamprestatie.”

Focus verleggen

Een teamprestatie dus en feit is dat ABN AMRO Open onder leiding van Richard internationaal op de kaart is gezet. Dat was niet altijd makkelijk. Een paar jaar nadat hij directeur was geworden, werd het wat lastiger om topspelers vast te leggen. “Ons doel was om die grote spelers – Nadal, Djokovic, Federer, Murray – al vroeg vast te leggen; zij zouden de trekker van het toernooi moeten zijn. Maar zij werden zo populair, dat ze de luxe hadden om pas laat op een uitnodiging te reageren. In overleg met het team, veranderden we van koers met betrekking tot ons spelersveld.” In plaats van te focussen op die topspelers, richt Richard zich sinds 2008 op het samenstellen van een breed spelersveld. “Met een aantal top 10- en een aantal top 20-spelers, de beste Nederlandse spelers en jonge toptalenten (zogeheten NextGen spelers). Ook als die nog niet bekend zijn. En als Djokovic of Nadal zich dan toch meldt, zien we wel hoe we er budgettair uit komen. Deze nieuwe strategie heeft goed uitgepakt; het zorgde jaren achter elkaar voor een mooie selectie aan tennissers en spannende wedstrijden, waardoor het publiek kennismaakte met andere goede spelers zoals Tsitsipas, Zverev, Sinner, Auger-Alliasime. En sommige jaren stond ook Federer op het veld.”

Innoveren en beleving

Goede spelers haal je binnen met een goede plek op de kalender en de status van je toernooi; het aantal punten dat te verdienen is voor de wereldranglijst. Ook goede spelomstandigheden zijn belangrijk. Zoals een gunstige combinatie van baan en ballen, die samen voor een perfecte spelsnelheid zorgen. Richard: “Vaak stemmen we dat af met het toernooi dat voor en na ons plaatsvindt en zorgen we voor dezelfde baan en ballen, zodat spelers zich niet iedere week hoeven aan te passen. En ook de fanbeleving is belangrijk. Voor toernooien is dat een continue zoektocht, die vraagt om vernieuwing.” Richard en zijn team bezoeken andere toernooien en zijn continu met de directies daarvan in gesprek. Zo ook met World Tour Finals, de frontrunner als het gaat om innovatie en beleving. Richard: “Dan maken we foto’s van de nieuwe technische foefjes en van wat er naast tennis te beleven is. Met de organisatie hebben we het onder andere over de wijze waarop de spelers het veld op komen. Met showlicht, mooie graphics en filmpjes op de ledschermen creëren we sfeer en een totaalbeleving. Grotere toernooien werken met hele andere budgetten, dus het was een mooi compliment toen de organisatie van de World Tour Finals vorig jaar bij óns kwam kijken, omdat ze uit de markt hadden gehoord dat wij een voorbeeld zijn als het gaat om die fanbeleving.” Natuurlijk werkt het ook andersom en laat Richard zich inspireren en adviseren uit de markt. “ELC (Electronic Line Calling, waarmee automatisch wordt beoordeeld waar de bal op het veld terechtkomt, red.) werd ons aangedragen door de ATP, waardoor geen onenigheid op het veld ontstaat. Een welkome innovatie, want ik herinner me genoeg wedstrijden van mezelf, waar op cruciale momenten onterecht ballen werden geteld. In mijn voordeel, maar ook in mijn nadeel. Dat wil je niet. Ook als toernooiorganisator niet.”

Krachten bundelen

Als je het Richard vraagt, blijft er ruimte voor verbetering in de sport. En aan die verbetering wordt gewerkt. “Een belangrijk obstakel was van oudsher het prijzengeld; dat was een discussiepunt tussen toernooien en spelers. Nu is er een formule ontwikkeld waardoor de berekening van de stijging van het prijzengeld vaststaat. Dat heeft rust gecreëerd, waardoor organisatoren zich bezig kunnen houden met de vraag: hoe kunnen we groeien als sport?” Want als je tennis vergelijkt met voetbal of autosport, dan valt er veel te winnen. “Die sporten zijn beter georganiseerd”, verklaart Richard. “Voetbal heeft de FIFA, autosport de Formule 1. Tv- en datarechten verkopen zij als één organisatie, terwijl wij er zeven, de zogenoemde T7 – de WTA, de ATP, de ITF en de vier grandslamtoernooien – hebben. Iedereen verkoopt zijn tv-rechten apart. Het ene toernooi kijk je op Eurosport, het andere op Ziggo Sport en een ander toernooi weer via TennisTV, het is heel erg versnipperd. Mooier zou het zijn als zij hun krachten bundelen en samen naar buiten treden als één tennisorgaan.”

Leden verleiden

En als we het dan toch over de toekomst hebben; vormt padel nog een bedreiging voor de populariteit van tennis? Richard: “Padel is als kijksport of commercie geen bedreiging denk ik, ook niet in de toekomst. Maar qua beoefening is het dat wel. Padel is een toegankelijke sport en ik vind het mooi dat tennisclubs daar nieuwe leden mee weten te trekken. Dat tennisbanen worden opgeofferd om ruimte te creëren voor padelbanen vind ik wel jammer. Vooral bij binnenbanen is dat een toenemend fenomeen. Wat ik wel kan waarderen is het ondernemerschap dat daaruit spreekt: bieden waar vraag naar is. Dat is dus zeker niet verkeerd, maar ik hoop dat tennisverenigingen wel moeite blijven doen om hun leden ook te verleiden tot een potje tennis.”

Begrip

Richard doet er in ieder geval alles aan om tennis ook de komende jaren op de kaart te houden. En dat doet hij met plezier. “Ik houd van tennis en werk met een prachtteam. Het scheelt bovendien dat het geen fulltimebaan is. Ik heb nog genoeg tijd voor andere dingen die ik leuk en belangrijk vind om te doen, zoals sporten, coachen en mijn werk voor de Krajicek Foundation. De toernooiweek is het mooist; daar leef ik naartoe. Natuurlijk is het werk en hoop ik commercieel gezien op mooie wedstrijden die veel publiek trekken. Maar ik geniet ook van het spel. Een directeur die zelf de sport niet heeft gespeeld, heeft misschien minder begrip dan ik als de grote naam in het begin van het toernooi verliest. Ik zie dat uiteraard ook liever anders, want het publiek koopt vaak een kaartje voor de grote namen. Maar ik ben zelf speler geweest en je speelt helaas niet iedere week je beste tennis. Verliezen kan gebeuren, dat is het mooie onberekenbare aan sport.”